Leren leren
Steeds meer wordt leren als een levenslang proces beschouwd. Het is dan ook een belangrijke opdracht om kinderen te stimuleren om ‘goede leerders’ te worden.
Kinderen leren leren heeft als streefdoel dat leerlingen:
- vaardig worden in het verwerven en verwerken van informatie.
- over strategieën beschikken om een probleem aan te pakken.
- goede leerhoudingen ontwikkelen.
Via de eindtermen van ”leren leren” moeten de kinderen meer zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden kunnen verwerven en in staat zijn om problemen op te lossen.
Daar hangen twee doelen aan vast : ondersteuning van het schoolse leren enerzijds en het effectief kunnen leren in om het even welke leersituatie anderzijds.
- De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren.
- De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken.
- De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.
- De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen.
- De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren, hun eigen leerproces controleren en bijsturen
- Houdingen en overtuigingen
De leerlingen kunnen op hun niveau leren met:- nauwkeurigheid
- wil tot zelfstandigheid
- voldoende zelfvertrouwen
- voldoende weerbaarheid
- houding van openheid
- kritische zin
Wat willen we onze leerlingen leren ?
Het is belangrijk dat kinderen inzicht hebben in het eigen denken, denkstrategieën en denkhoudingen. We leren hen dit op een systematische wijze aan. Zo zal een kind de gelegenheid krijgen zijn mogelijkheden beter te ontwikkelen en beter te gebruiken.
Leerlingen vragen ons vaak: “Wat moet ik hier doen ?” of “Hoe moet ik dat doen?” of “Is het goed wat ik hier gedaan heb?”. Het is belangrijk dat zij zelf en met de steun van de leerkracht op zoek gaan naar een antwoord op deze vragen.
Leren leren betekent dat de leerkracht de leerling motiveert om zelf aan de slag te gaan, om zelf na te denken. Daardoor leren ze zelf oplossingen te bedenken en behalen ze zelf goede resultaten. Ze krijgen een groter zelfvertrouwen, een grotere zelfstandigheid en sturen zichzelf beter.
Met de leersleutels streven wij ernaar om van onze leerlingen bekwamere ‘leerders’ en ‘probleemoplossers’ te maken. We willen ervoor zorgen dat elke leerling zichzelf beter leert kennen met zijn sterke en minder sterke kanten.
Wij willen hen inzicht bijbrengen, denkhoudingen en denkstrategieën aanleren, waardoor zij hun sterke vaardigheden zoveel als mogelijk gebruiken. Hun minder sterke vaardigheden willen we hiermee beter ontwikkelen of hen leren deze te omzeilen.
Hoe pakken we dit aan ?
Elke klas krijgt een aangepaste leersleutel. Gedurende de week wordt er tijdens lessen en activiteiten naar bepaalde leersleutels verwezen. Zo leren de leerlingen strategieën en denkhoudingen toepassen.
We leren hen het nut van werkhoudingsvoorwaarden en stappenplannen inzien. We geven enkele tips mee zodat ze deze ook in andere situaties kunnen toepassen.
Wat leren ze allemaal ?
- werkhoudingsvoorwaarden: orde, netheid,…
- stapsgewijs opdrachten leren aanpakken en uitvoeren.
- specifieke leerprincipes: voor wiskunde, taal, wero,…
- voor de oudste leerlingen: leren studeren
- …